Één van de mensen welke ik mijn leven lang nooit zal vergeten is ongetwijfeld “Sies Maandag”. Eigenlijk heette hij Francis Delens en hij woonde samen met zijn vrouw “Silda” (echte naam was waarschijnlijk Rachilda), in een huisje aan de Moleneed te Serskamp.
Als kleine knaap gingen mijn broer en ik in de zomer regelmatig eens langs bij onze buren Sies en Silda. Hun huisje stond onder de bomen en omvatte drie kamertjes: de woonkamer – met radio-, een tussenplaats met daarin een grote staande klok en een slaapkamer.
In de tuin stond een houten tuinhuisje ‘Avant la lettre’ waarin ze kookten, een schuur waarin de konijnen gehuisvest waren, een “put”, dat was een uitgegraven stuk grond in de tuin, overdekt met gebogen ijzeren golfplaten, welke als een koele berging functioneerde en een waterput. Deze waterput was geheel functioneel en dagelijks werden daar de emmers water, nodig voor het onderhoud, eten en drinken, naar boven “geput” (met de takel naar boven gedraaid). Geloof me, in de zomer ging er niets boven een glas fris helder water, vers uit de waterput.
Sies was toen al een man van een jaar of tachtig en zelf hadden ze nooit kinderen gehad, maar des temeer genoot hij van ons gezelschap. Wanneer we samen op de bank van de zon zaten te genieten, vertelde hij ons van zijn avonturen in Frankrijk tijdens de ‘campagne’. Ondertussen rookte hij zijn onafscheidelijke pijp. Hij was een eeuwige optimist en liep dikwijls te lachen om het geknor van Louis, onze andere buur. Dit was een eeuwige mopperpot en hoe meer Louis kloeg, hoe meer Sies er om lachte.
Hoe hij aan zijn bijnaam van ‘Sies Maandag’ kwam is een heel leuk en eenvoudig verhaal. Elk weekend gingen Sies en Silda kaarten in het café op den anker bij “Mieketoebakkes Mariette”. Daar sprak hij ook regelmatig af met zijn vriend Gust. Sies had na het weekend meestal nog een paar centen over en kon daardoor ook op maandag nog om een pint gaan. Zijn vriend Gust bleek iets rijker te zijn en kon behalve maandag ook op dinsdag nog op café gaan. Daardoor kregen beide vrienden al vlug de bijnaam “Sies Maandag en Gust Dessendag”.
Herinneringen om te koesteren.
Waar woonde Sies dan juist?