Één van mijn vroegste herinneringen aan Smetlee was een bezoek aan het café van ‘Jan Bak’. Op een zondagavond, nadat wij met zijn allen bij mijn meter op wekelijks bezoek gegaan waren, stopten we, met de fiets, aan het café ‘van Jan Bak’. Dat café was op de hoek van de Schildekensstraat en de Serskampstraat gevestigd.
Jan ‘Bak’, die eigenlijk Jan Bach heette, was in 1926, op 12 jarige leeftijd, uit Hongarije naar België gekomen. Hij heeft dat café uitgebaat tot ongeveer 1967.
Wat dat bezoek zo speciaal maakte kwam door één van de aanwezige gasten, nl ‘Flinksken’. Deze stond aan de toog en was zijn verhaal uit de doeken aan het doen hoe hij met de trein naar Brussel geweest was. In geuren en kleuren vertelde hij zijn belevenissen in de Brusselse café’s, hoe hij daar pinten dronk met de ‘grote meneren’ en dat hij ging dansen met ‘de meiskes van Brussel’. Hij merkte erbij op dat hij misschien wel klein van gestalte was, maar dat hij veel slimmer was en meer pinten kon drinken dan ‘de Brusseleirs’, want daar hadden die mannen geen verstand van.
Geloof me, iedereen zat in grote kring rond ‘Flinksken’ en ze luisterden met verstomming naar zijn vrolijke avonturen in Brussel. Ik weet ook nog dat hij op een gegeven moment zei: “De rest vertel ik niet verder want er zijn kleine kinderen bij”. Waarop het café in lachen uitbarstte en men vlug nog een pint bestelde en “geef Flinksken er ook nog maar enen”.
Jan Bach overleed in 1995 en van ‘Flinksken’ heb ik niets meer gehoord. Maar ik denk niet dat ik hem ooit zal vergeten.
Ja, inderdaad, the good old days hé, toen naar Brussel gaan nog een echte belevenis was en de mensen op zondagavond samenkwamen in het café, zonder mondmasker en zelfs nog mochten roken in het café. Het lijkt nu zo allemaal zo lang geleden.
Gelukkig zijn de herinneringen er nog!