In 1968 kwam Kapitein Zeppos (gespeeld door Senne Rouffaer) voor de tweede keer op de buis. In navolging van de succesreeks uit 1964 kwam er toen een een tweede serie. De attractie in deze jeugdreeks was toen ongetwijfeld de blauwe Amphicar van kapitein Zeppos, een auto die zowel kon rijden als varen.
De opnames met deze Amphicar op het water werden vooral in Gent gemaakt, maar er moesten ook opnames op de Schelde gemaakt worden. Tijdens deze opnames passeerde de Amphicar en kapitein Zeppos ook in Schellebelle.
Bruno Rouffaer, de zoon van Senne, vertelt er over in het boek ‘Kinderen van Zeppos‘. Ik quote: “Gelukkig kon Senne verdomd goed varen met de Amphicar. Er kwam geen druppel water binnen. Maar toen de wagen ook op de drukke Schelde moest varen, voelde Senne Rouffaer zich niet op zijn gemak. Ter hoogte van Schellebelle, passeerde een schip dat zoveel deining veroorzaakte dat de Amphicar onbestuurbaar werd en naar de oever afdreef. De ploeg moest wachten tot de stroom opnieuw rustiger werd voor ze de opname kon hervatten.”
Is Schellebelle, dan toch het Hollywood aan de Schelde?