Kamiel, de zaalwachter

Één van de vedetten van vroeger die ik waarschijnlijk nooit zal vergeten is ‘De Kamiel’. Wat zijn familienaam was, heb ik nooit geweten, wat ik wel weet is dat hij in de buurt van Aalst ergens woonde.

Ik leerde Kamiel kennen toen ik in de jaren 1980 werkzaam was aan den ijzeren weg. Hij was ‘zaalwachter’ en had de nobele taak om de wachtzaal proper te houden en op tijd en stond het bord aan te vullen met de uren van de aankomende treinen en op welk perron ze vertrokken. Kamiel hield van een goed glas bier en verdween dan ook regelmatig voor een kwartiertje om ‘het stationsbuffet eens te inspecteren’. En hoe meer inspecties, hoe onvoorspelbaarder hij werd.

Op een bepaalde dag was ik getuige van een voorval waardoor werkelijk iedereen in de wachtzaal het in lachen uitbarstte.

Er kwam een dame de wachtzaal binnen en zij stond wat vertwijfeld op het aankondigingsbord te kijken. Kamiel kwam er net aan om de bordjes van de treinen die reeds vertrokken waren te vervangen op het bord (weet je nog wel met die ijzeren bordjes hé?).

Mijnheer, mag ik u eens iets vragen?” vroeg ze “Stopt, de omnibustrein naar Gent Sint Pieters in Lede?”. Het leek net of die vrouw had met haar vraag bij Kamiel alle duivels los gelaten en hij stelde zich rechtop, kijk haar verontwaardigd aan en riep zo luid dat iedereen het kon horen: “Gaode mé mijn kloeiten spelen madammeken? Stop doin omnibustroin veur Gent in Léé, wa es da nou godomme veur an vraog”.
Gelukkig was die dame niet op haar mondje gevallen en gaf hem direct lik op stuk: “Mijnheer, ik rijd vandaag de eerste keer mee met een trein, het minste dat u kan doen is mij antwoorden op mijn vraag. U werkt hier toch”.

Een onderstationschef die in de buurt was, kwam af op het lawaai dat Kamiel maakte en greep onmiddellijk in. “Kamiel, die mevrouw vraagt iets, je kan haar tenminste een deftig antwoord geven”.

Kamiel was daardoor gekrenkt tot in zijn kleine teen, maar kon het toch niet laten om er nog een schepje op te doen en antwoordde heel luid: “Juik, juik, juik kzal antwoerden, hij stopt in léé, moar ken zeg au nie in wat straot” 😊

One comment

Leave a Reply

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *