De Nederlanders hebben hun bijnaam kaaskoppen eigenlijk te danken aan de Fransen. Napoleon had destijds de Nederlanden (toen België en Nederland samen) veroverd. Omdat hij, na verloop van tijd, zijn soldaten niet meer kon betalen gingen de Fransen dan maar op plundertocht doorheen Nederland en stalen alles wat niet te zwaar was.
De rijkere boeren in de omgeving van Gouda en Bodegraven waren hun geliefkoosde slachtoffers want daar was immers geld en voedsel te vinden. Maar de Nederlanders vonden dat het welletjes geweest was en organiseerden hun eigen ‘home guards” om zich tegen de Franse plunderaars te beschermen.
Veel wapens hadden ze niet, dus gingen ze de strijd aan met hooivorken en bijlen. Om hun hoofden te beschermen gebruikten ze hun “kaastobbe”. In deze houten kaastobbe werd normaal de kaas gemaakt, maar met wat stro erin en een riempje onder de kin vormde deze tobbe een perfecte helm. Ze konden uiteindelijk de Fransen verjagen, maar hierdoor kregen de Nederlanders wel de bijnaam van kaaskoppen.
