Zondag 13 oktober is het terug zover, we MOGEN gaan stemmen teneinde een gemeentebestuur en provincieraad te kiezen. Ik vermeld duidelijk mogen, want het is nu de eerste keer sinds de invoering van het stemrecht, dat we niet meer verplicht zijn om langs te gaan in het kiesbureau. Sinds 1919 konden alle mannelijke Belgen stemmen volgens het principe “één man, één stem”. In 1949 kregen de vrouwen ook stemrecht.
Veelal wordt gesteld dat we stemplicht hebben, maar dat klopt niet. Hier is de wetgever duidelijk, en ik citeer letterlijk de tekst van op de website van binnenlandse zaken:
“Voor de verkiezingen van de Kamer, het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsparlementen bent u, als u geregistreerd bent in een Belgische gemeente, verplicht om deel te nemen aan de verkiezingen zodra u 18 jaar bent op de dag van de verkiezingen. Hiermee wordt bedoeld dat u een oproepingsbrief ontvangt en u het stemhokje van uw stembureau moet binnengaan. U bent niet verplicht om te stemmen op een partij: u kan steeds blanco stemmen. Vervolgens moet u het stembiljet in de stembus stoppen (of scannen, in geval van elektronische stemming).”
Met andere woorden je moet wel langsgaan in het kieslokaal, maar je mag in het stemhokje doen wat je wilt (wat eigenlijk ook niet klopt want 40 jaar geleden werd ik op de vingers getikt omdat ik in het stemhokje zong 🙂 ) en je hoeft zeker niet te stemmen. Deze verplichting was vroeger ook het geval voor de gemeenteraadsverkiezing en de verkiezing van de provincieraad, maar dat moet nu niet meer. Je hebt nu de keuze of je al of niet komt opdagen voor de lokale verkiezingen.
De rebel in mij redeneerde dan al vrij vlug: “Dat ze dan mijn kl**** k*****, ik ga niet meer stemmen”. Want zoals de meeste mensen ervaar ik alles wat met gemeenteraadsbesturen en ministers te maken heeft als ver van mijn bed. Ervaring heeft ons immers geleerd dat we meestal vruchteloos aankloppen bij de bestuursleden, ze doen gewoon hun eigen zin en wat wij denken of willen, interesseert de meesten geen moer. Soms heb ik de indruk dat onze bestuurders zelfs denken dat ze een stad als Brussel runnen. Voor alles moet men naar het gemeentehuis, een persoonlijk gesprek met de meesten van hen lukt bijna nooit. Laat staan dat sommigen nog een goeiedag zeggen.
En eigenlijk, waarom zouden ze? Eens verkozen hebben ze het toch weer voor het zeggen. Het is dan pas weer op het eind van hun legislatuur dat ze plots terug “interesse” krijgen in wat wij denken. En daarna…. dan begint het spelletje gewoon opnieuw. Erger wordt het uiteraard wanneer slechts één partij de kroon spant. Dan is oppositie zo goed als onmogelijk en we zien dat dit in Wichelen de laatste 12 jaar helaas het geval is.
Dus bedacht ik plots dat wanneer we echt tegendraads willen doen, we eigenlijk wel moeten gaan stemmen, want enkel op die manier kunnen we tegenstemmen. Dus ik ga wel stemmen!!
Of het veel zal uitmaken weten we pas na 13 oktober, maar hopelijk zien onze bestuurders dat dan als een duidelijk signaal dat niet iedereen akkoord gaat met hun beleid en wordt misschien de kloof tussen bestuur en burgers weer wat kleiner.
Misschien een utopie, maar niet geschoten is altijd mis. ‘Aude audenda’
.
Vrijheidstrijders zijn tegen stemplicht. Elke burger moet niet de “plicht” maar wel het “recht” hebben om deel te nemen aan de volksbevraging over het te voeren beleid.
Als men “alle” burgers, ook degenen die aan de zaak niet geinteresseerd zijn of die nauwelijks weten waarover het gaat, verplicht doet stemmen, dan krijgt men een resultaat dat er naar is.
Een voorbeeld:
Indien voor de plaatselijke voetbalclub “Schelde-Serskamp-Schellebelle” een bestuur zou gekozen worden bij een verkiezing door “alle” burgers van de gemeente, dan zou daar een bestuur ontstaan waarin heel wat mensen zetelen die aan voetbal niet geinteresseerd zijn, die er nauwelijks wat van afweten en die geen bestuurskwalificaties hebben. De club zou na een paar jaar aan de schulden ten onder gaan.
Dat is nu precies wat in de politiek gebeurt /gebeurde bij het samenstellen van een gemeenteraad bij verplichte stemming. Een groot deel van de leden zetelen jarenlang zonder enige inbreng, zonder iets te zeggen. Terwij ze wachten op hun “zit”penningen zitten ze er bij zoals een zak potgrond!
Vrijheid is niet enkel het hoogste goed maar leidt ook tot een betere samenleving.
Eliën
*Voetnota: Toen ik lang geleden in de Raad voorstelde om op iedere deelgemeente een “defibrillator” (AED) ter beschikking te houden, werd dit met overweldigende meerderheid afgekeurd bij gebrek aan kennis over dit onbekende “ding”. Later werd dit van hogerhand opgelegd en is nu algemeen.
.