Nog voor het televisieprogramma ‘Don’t Worry, be happy’ op de buis kwam, hadden we daar in Serskamp een levend voorbeeld van die aan alle criteria voldeed: Fieleken.
Theophilius De Meyer geboren in Itterbeek, werd als oorlogswees geadopteerd door een gezin in Serskamp. Hij groeide op aan ‘den Anker’ en startte zijn carrière als cafébaas in Café De Riva. Deze herberg was gelegen in de Nieuwstraat. Daarna baatte hij jarenlang café uit op den Anker in Serskamp.
Hoewel zijn café officieel café ’t Anker’ heette, was het voor iedereen: “bij Fieleken”. Hij was een levensgenieter pur sang. De eerste in Serskamp die ooit op reis ging naar Thailand was hij, maar ook Amerika ging hij als één van de eerste uit Serskamp verkennen. Dat zorgde voor uren animatie en straffe verhalen aan zijn toog. Of het allemaal waar was wat hij vertelde laten we in het midden, feit was dat niemand zijn verhalen beu was en iedereen gepassioneerd meeluisterde.
Hij zat ook om geen stunt verlegen, denken we maar aan zijn tandem voor vier personen en zijn fameuze ‘Ligé’. Eigenlijk was het een snorfiets in de vorm van een kleine auto, maar voor De Meyer was het de ideale manier om zich, allesbehalve onopgemerkt, te verplaatsen.
Er werden zelfs weddingschappen afgesloten om te zien of hij met ‘klein Rogéken’ als passagier over de Scheldebrug in Wetteren kon rijden. En zo geschiedde dan ook.
Ja, de toeren welke daar gebeurd zijn, daar kunnen we waarschijnlijk een volledig blog mee opvullen.
Dat hij geen vriendjes was met de ‘gendarmes’ dat is geen geheim. Fieleken deed niemand kwaad, maar hij kon moeilijk zwijgen als hij gecontroleerd werd door de arm der wet en dat zorgde voor veel boetes onder de titel ‘smaad aan de Rijkswacht’.
Op een middag was ik dan ook eens getuige van één van zijn toeren:
Het was rond de middag en Fieleken en ik waren de enigen in het café toen twee gendarmes binnenkwamen.
“De Meyer, wij hebben een paar vragen voor u, kunnen wij u eens apart spreken?”
“Vroag moar, ik heb geen geheimen veur mijn klanten, want ge moest es weten wat ze mij allemaal vroagen op nen dag” grapte hij doodleuk.
De gendarme die er de grap niet van inzag en, Fieleken kennende, waarschijnlijk al dacht van hier gaan we weer, reageerde droog: “Wel is gisteren G**** DS hier geweest?”
“Man, man, nau vroagde mij wa, zulle, dat was hier gesteren vullen bak.. oe moe ek da nau nog weten” antwoordde hij.
Maar het antwoord van de gendarme liet niet lang op hem wachtten en hij snauwde: “Ja, hij is hier geweest want hij heeft het ons gezegd”.
“Awel slemmen, ast hij au gezeid hé, woarom vroagt ge dat dan nog aammij?” wist Fieleken als een echte advocaat te reageren.
“En wat heeft hij hier dan gedronken?” vroeg de al lichtjes geïrriteerde wetsdienaar, waarop De Meyer van de gelegenheid gebruik maakte om al vlug de conclusie te trekken dat ze bij ‘de gendarmes nie al te slim waren, want als hij niet wist of hij in de café geweest was, hoe kon hij dan weten wat hij gedronken had’.
Al vlug ging de discussie erover dat de betrokkene verklaard had dat hij bij Fieleken ‘korten’ drank genuttigd had, en dat was destijds nog verboden. Ook dat lachte Fieleken weg met de opmerking: “Zijde gij flik of nie? Ge moet toch weten dat da nie moag hé, slemmen”.
Daarop stelde de rijkswachter voor om eens achter de toog te kijken of er daadwerkelijk geen flessen geestrijke dranken stonden. Uiteraard weigerde Fieleken dat: “en mijn café muugt ge overal kijken, moar gij komt nie achter mijn teug hé vent”.
Daarop besloten de wetsdienaars, voor wie het nu al meer dan genoeg geweest was om een huiszoekingsbevel aan te vragen. Ondertussen bleven ze in de combi op de parking wachten om zo te vermijden dat Fieleken met flessen zou gaan lopen.
Ze waren amper buiten of ik moest vlug vlug, met een aantal flessen over de muur klauteren en deze verbergen bij zijn moeder, die een paar huizen verder woonde. Uiteraard lachte De Meyer in zijn vuistje, want het gevaar was nu voor hem geweken.
Toch kon hij het nog niet laten om er nog een schepje bij te doen. Hij nam een (veel te grote) tas, legde daar een briefje van honderd frank in en stapte naar buiten. “Ge goat er es twie zien springen” lachte hij en hij stapte met veel zwier, met de tas in de hand, de deur buiten.
De gendarmes zagen hem buitenstappen en dachten uiteraard dat De Meyer zijn flessen ging wegdragen en sprongen uit de combi om hem te stoppen en zijn tas te inspecteren.
“kmaag ekek toch wel bij Swaef om mij vliees goan hé” was zijn uitleg en hij barstte in lachen uit. “Zu rap edde nog nie dekwels gewist hé mannen !!” en stapte toen smalend bij den beenhouwer binnen.
Onnodig te zeggen dat de huiszoeking later negatief was.
Maar… twee weken later kwamen de gendarmes nog eens terug op een avond en sloegen het TV toestel en de video aan, want ja, Fieleken durfde af en toe wel eens, ’s avonds laat, naar ‘vuile filmkes’ kijken in zijn café. Zo trok hij nogal dikwijls aan het kortste eind, maar zelfs daar kon hij nog mee lachen en dat kon hem zeker niet stoppen om daarna nog fratsen uit te halen met de wetsdienaars.
Het was sterker dan hemzelf 😊
Fieleken overleed in 2016, maar zijn belevenissen zullen niet gauw vergeten worden; wees daar maar zeker van. Hij was een legende!
Zijne “Ligé” hebben ze in de Witte Hoeve eens in ” geef acht” gezet toen hij met dat ding de café binnenreed .
Mijn vader is er meer dan eens terug mee van Zaventem moeten komen omdat hij te zat was om op het vliegtuig naar Thailand te stappen. Hij was eigenlijk bang om te vliegen en dronk zich dan altijd moed in, soms wat te veel.