Emiel Dobbenie (1920 -2001)

Soms zijn er van die mensen uit de buurt die bij grote nationale gebeurtenissen een belangrijke rol hebben gespeeld, zonder dat we er ons van bewust zijn. Zo iemand was ongetwijfeld Emiel Dobbenie (1920°) uit Serskamp. De meesten in Serskamp kenden Emiel als ‘Miel Dobbenie, de ‘Chef Garde’. Emiel was Eerste Hoofdtreinwachter in het depot van Aalst en deed bijgevolg heel veel dienst op de treinen tussen Brussel en Gent, waarbij hij Serskamp en Schellebelle passeerde. Hij was door alle pendelaars uit de streek gekend en men wist: hij was de correctheid zelve, zowel voor de reizigers, als voor zichzelf.

Steeds, onberispelijk in uniform, stond hij de reizigers met raad en daad bij, maar was ook streng maar rechtvaardig als het zwartrijders betrof. Net doordat hij zijn werk tot in de puntjes uitoefende, heeft hij meermaals de kans gekregen om promotie tot Hoofdwachter-Controleur te maken. Maar Emiel weigerde beleefd. “Als hoofdwachter kan ik mijn taak perfect uitvoeren, ik hoef daarvoor geen extra streep op mijn kepie, dat is niet nodig”, was zijn uitleg. In feite weigerde hij omdat de taak van een Hoofdwachter-Controleur er ook in bestond om zijn collega’s te controleren en te sanctioneren waar nodig en dat wilde hij absoluut niet.  Hij was voor zijn collega’s een baken van kennis.  Hij werd dan ook door hen “Papa trein” genoemd. Dit was zeker als eretitel bedoeld, want als ze met vragen zaten wisten ze dat ze bij Emiel terecht konden. De man was immers een wandelende encyclopedie als het erop aan kwam.

En toen was er die zwarte dag, dinsdag 13 juli 1982, waarop in Aalter zich een verschrikkelijke treinramp voordeed.
Emiel vertrok toen met sneltrein van de lijn Namen-Brussel-Knokke-Blankenberge om 6 u. 20 in Brussel. Na een stilstand te Gent Sint Pieters vertrok de trein richting Brugge en moest in het station van Aalter de omnibustrein Gent-Oostende voorbijsteken. De stoptrein, stopte even voordien in het station van Aalter en zette zich dan daar op een zijspoor om de sneltrein door te laten. De timing werd geregeld met signalen die lieten zien of de sporen in Aalter al vrij waren. Om een of andere onduidelijke reden heeft de sneltreinmachinist deze signalen niet gezien. Daardoor kwam de trein waarop Emiel dienst deed als treinchef tegen 140 km/u in aanrijding met de stilstaande trein in het station van Aalter.  Het gevolg: vijf dodelijke slachtoffers, waaronder de machinist van de sneltrein, en tientallen gewonden.

Ik ben zelf een paar jaar een collega van Emiel geweest en heb hem zelf zijn verhaal horen vertellen. Ik zal zijn woorden nooit vergeten: ”Ik was achteraan in de pakwagen van mijn trein en werd tegen de vloer gekatapulteerd, maar het was pas op het moment dat ik de deur van mijn pakwagen openmaakte dat ik besefte wat voor een ramp dat daar gebeurd was”.

De chaos was compleet, het stationspersoneel in shock, overal gewonden en huilende mensen.  “Nu moet ik mijn verstand erbij houden en zorgen dat er niet meer slachtoffers vallen” flitste er door Emiels’ hoofd en hij zocht en vond gelukkig zijn collega, Eerste hoofdwachter Laurent Standaert van het depot Gent Sint Pieters, die de trein die aangereden was, bediende. De man had het gelukkig zonder veel kleerscheuren overleefd.

Samen hebben ze de eerste minuten heel doeltreffend opgetreden, waardoor een aanrijding met de trein die uit de andere richting kwam, kon vermeden worden en vooral al het nodige gedaan, zodat de hulpdiensten onmiddellijk in actie konden treden. Emiel vertelde me ook dat hij er onmiddellijk aan dacht om een pastoor op te roepen, want de mensen die in de ramp omgekomen waren moesten ook de nodige geestelijke zorg kunnen krijgen. Je moet er maar aan denken.

Uiteraard kwamen later op de dag de gezagsdragers (waaronder – toen nog – Prinses Paola, minister Herman De Croo, ..) en de hoge omes van de spoorwegen te plaatse. “De directie drong erop aan dat ik onmiddellijk mijn proces-verbaal zou opmaken, ze wilden ons zelfs helpen, maar ik heb hen vriendelijk gezegd dat ik daarvoor 24 uur de tijd had”, waarop de aanwezige parketmagistraat, aan de hoge heren van de NMBS bevestigde dat het correct was en vroeg om beide hoofdwachters met rust te laten. “Ik wilde dat niet, want ze zouden ons misschien woorden in onze mond gelegd hebben die we anders niet zouden gebruikt hebben” vertelde Emiel ons achteraf.

Als, tegen de avond, de meeste drukte achter de rug was, heb ik aan mijn collega Standaert gezegd, kom Laurent, we gaan ons nu rustig neerzetten en goed nadenken hoe we dat hier juist op papier gaan zetten, want we mogen geen fouten maken, hier zijn te veel mensenlevens mee gemoeid”. Emiel, was opnieuw zoals we hem kenden: een correct iemand, waar men  ten alle tijden kon op steunen.

De dag erna kreeg hij een vrije dag (als compensatie voor de teveel gepresteerde uren de dag van het ongeval) en op donderdag ging Emiel terug aan de slag, even rustig en bescheiden zoals steeds. Al hoewel dit voorval hem nooit meer zou loslaten.

In 1985 ging hij, in alle stilte, op pensioen en werd een helpende hand voor velen in Serskamp. Emiel overleed thuis in 2001, hij was toen 81 jaar. Geloof me, zelfs tot op de dag van vandaag, zal Emiel, voor vele spoorwegcollega’s nog steeds als ‘Papa trein’ herinnerd worden.

Emiel – midden –  samen met hoofdwachter Standaert in gesprek met prinses Paola

met dank aan de familie voor het ter beschikking stellen van deze foto’s uit het privé archief

Leave a Reply

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *