Begin 1970 was er in Serskamp de start voor een heuse “paardenmania”. Cyriel Huylebroeck keerde, na zijn carrière als rijkswachter in Brussel, samen met zijn vrouw Marie-Louise, terug naar hun roots en bouwden aan de Moleneed een café/feestzaal met bijhorende paardenmanege.
Voor heel veel mensen in Serskamp was dat de aanzet om ook de nobele sport van het paardrijden aan te leren. Toen de Witte Hoeve zijn deuren opende was ik een jaar of tien en deze jongen kreeg toen ook al vlug de smaak voor paarden te pakken. Op een mooie namiddag was het dan eindelijk zover en mochten we voor de eerste keer een uurtje te paard ‘rijden’. Het begin van een hobby die me jarenlang begeesterd heeft. Ik omschrijf het altijd als het paardenvirus, een virus waar je niet eenvoudig kan vanaf raken. Ik heb er uren gespendeerd en ik ken zelfs nu nog de namen van een aantal paarden: Bill, Prins, Marva, Claire, Bliksem, Isidoor, Duke…. Zoveel indruk maakten deze dieren toen op mij.
Ondertussen werd De Witte Hoeve het lokaal van o.a. een boogschuttersvereniging, een vereniging voor kleiduifschutters en van één van de eerste carnavalsverenigingen van Serskamp: “De Zigeuners”. Met paard en woonwagen trokken ze het eerste jaar naar het carnaval in Wetteren en Wichelen.
De eerste Serskampse ‘Prins Carnaval’ , Denis Troch, kwam eveneens uit de Zigeuners. “Ik ben niet groot” vertelde Denis, “maar ik ga Wichelen doen daveren op zijn grondvesten” beloofde hij tijdens de prinsenverkiezing en zo geschiedde. Tijdens zijn aanstelling op het gemeentehuis als Prins Carnaval van Wichelen, kondigde hij ook meteen zijn eerste verordening als Prins af: “Iedereen mocht drie dagen zonder véloplak rijden (ja toen moesten fietsen ook een jaarlijkse taksplaat kopen) en de champetter moest gedurende die drie dagen carnaval de wacht optrekken aan ‘Tiegoed’ (lees het Eetgoed). Het waren memorabele nachten. Ik krijg nog hoofdpijn als ik er aan denk 😊
Meer en meer particulieren kochten zelf een paard aan en na een tiental jaren werd de manege stilaan afgebouwd, maar maakte plaats voor iets nieuws. Nadat een aantal ruiters, samen met Cyriel, op meerdaagse uitstap naar Ronse geweest waren, werd besloten om een ruitervereniging op poten te zetten: ‘ De Rozenruiters’. Een vereniging welke tot op de dag van vandaag nog steeds bestaat. De jaarlijkse ruiterfeesten op de Witte Hoeve zullen zich dan ook nog heel veel mensen herinneren.
De manier waarop Cyriel paarden aanvoelde en met hen overweg kon, heeft ons meermaals verbaasd. Hij was eigenlijk een paardenfluisteraar ‘avant la lettre’. Daar kan je zeker van zijn.
Maar Cyriel verstond ook de kunst om mensen te animeren. Met straffe verhalen over zijn tijd bij ‘de gendarmes’ en verhalen van lang geleden hield hij velen voor uren aan de toog gekluisterd. Het was er nooit saai. De Witte Hoeve kon je niet beter omschrijven als één grote familie, zo voelde het steeds aan.
Één nadeel: de brede beek naast de weg naar de Witte Hoeve. Meer dan één bezoeker van het café heeft al eens een bocht gemist en is met de wagen in de beek beland. Maar ook dat was geen probleem, want dan werd Cyriel er met zijn paard Duke bijgehaald en Duke sleurde met gemak de auto’s weer op het droge. Net als de wagens van de vrijende koppeltjes die zich vastreden in het bos achter de Witte Hoeve.
“Dat valt allemaal onder het biechtgeheim en is service van de firma” lachte Huylebroeck dan. Ja, dat was nog de tijd voor Tinder hé 😊
❤️❤️❤️